Je bekijkt nu de pagina: Blogs » Vervlochten grenzen – M. Bloem

Vervlochten grenzen – M. Bloem

Liefde over grenzen heen

Boekrecensie ‘Vervlochten grenzen’ – M. Bloem

‘Opgedragen aan Eugène Alexander Bloem’ staat voorin de nieuwste roman van Marion Bloem. Vervlochten grenzen is een ode aan Bloems vader, van Indische afkomst en voormalig KNIL-soldaat. Liefde en loyaliteit lopen als een rode draad door deze familiegeschiedenis. Een geschiedenis die drie generaties bestrijkt maar ook de ontwikkeling van Nederlands-Indië tot een onafhankelijk Indonesië.

Centraal in Vervlochten grenzen staat opa Portier. Een oude, broze man die alleen nog op de dood lijkt te liggen wachten. Maar als Portier aan het woord komt, blijkt dat er nog genoeg met hem te beleven valt. Voor wie wil luisteren.
Portier staat voor het oude Nederlands-Indië met zijn Indische geuren en kleuren, de kampong en de boeboer ajam, maar ook de Japanse bezetting en zijn tijd als KNIL-soldaat. En de pijnlijke scheiding van zijn vaderland. Op aandrang van zijn vrouw vertrekken ze samen in de jaren 50 naar Nederland. Overigens zullen hun kinderen later weer in Indonesië gaan wonen.

WWW
Bloem heeft een heldere stijl van schrijven, zonder opsmuk en toch diepgravend. Vooral de gedeelten van opa Portier kenmerken zich hierdoor: ‘Al is zijn blik naar de straat, hij kijkt naar binnen. Met de jaren meer naar binnen. Daar is genoeg om over na te denken.’
Senne, de kleindochter van opa Portier, staat voor een nieuwe generatie Indische mensen: gemengd bloed en (soms) opgegroeid in een onafhankelijk Indonesië. Deze keer komt de bedreiging voor het land uit de terroristische hoek. Voor Senne en haar generatiegenoten geldt dat niet het land waar zij geboren zijn maar de wereld hun thuis is: het www. Een grenzeloos bestaan.

ANTWOORDEN OP LEVENSVRAGEN
Vervlochten grenzen is knap geconstrueerd. Het verhaal wordt vanuit verschillende perspectieven verteld waarbij steeds leegtes worden gelaten die dan later weer worden opgevuld. De titel slaat op de verhalen van mensen met ‘gemengd’ bloed wiens levens met elkaar verweven zijn maar meer nog verwijst het naar de inhoud. Zoals altijd in de literatuur over Nederlands-Indië worden de vragen gesteld: wie ben ik en wat zijn mijn wortels?
Na de plotselinge dood van haar vader Raymond, de lievelingszoon van opa Portier, ‘vlucht’ Senne naar Nederland. Belangrijke aanleiding is de brief die Raymond haar schreef over opa Portier: ‘Zoals mijn vader tussen twee werelden bewoog, op zoek naar de waarheid […] met zijn geweer in aanslag, langs een grens die hij met zijn leven moest bewaken, maar … die de zijne niet was …Ik heb dit niet geweten. En nu ik het weet begrijp ik minder van hem […] en wil ik meer weten.’ Senne trekt in bij opa en oma Portier op zoek naar de geschiedenis van opa en antwoorden op haar levensvragen.

KNIL-SOLDAAT
In Senne, zijn kleindochter, vindt Portier een gretige toehoorster. Niet dat opa Portier veel praat, maar zij reconstrueert zijn leven aan de hand van zijn schilderijen en de verhalen die hij zelf geschreven heeft en die Senne voor hem moet bewaren.
Opa Portier heeft veel geleden onder de Japanners. Daarbij komt dat hij na de bevrijding als KNIL-soldaat tegenover zijn landgenoten komt te staan die onder leiding van Soekarno strijden voor een onafhankelijk Indonesië. Een nieuwe natie waar op dat moment geen plaats is voor Indiërs en Hollanders. De grens tussen ik en de ander wordt getrokken en Portier hoort voorgoed bij de andere kant. Iets waar hij altijd moeite mee blijft houden.
Het wordt Senne duidelijk: Je krijgt niet op al je vragen een antwoord. Het is als het schilderij dat opa Portier schilderde van zijn jeugdliefde. Het hart van het schilderij, het centrum van de vrouw, is leeggelaten. Alsof hij daarmee wilde zeggen: het lukt mij niet haar vast te leggen, verder dan de contouren kom ik niet.

ZO MIN MOGELIJK BAGAGE
Terwijl opa’s leven verdwijnt als sneeuw voor de zon, geeft zijn leven toch antwoord op Senne’s vragen. Zo bezien lijken de woorden van Senne’s moeder voordat ze op reis gaat een belangrijke aanwijzing: ‘Ik ben het beste af met zo min mogelijk bagage’.
Niet voor niets heeft de auteur ervoor gekozen om het eerste hoofdstuk ‘As tot as’ te noemen en het laatste hoofdstuk ‘Stof en schaduw zijn wij’. De mens is maar een nietig schepsel en meenemen kan hij niets. Wat overblijft is het (door)geven van liefde en een bron van inspiratie vormen.
De auteur heeft een liefdevol portret geschetst van een nietig mens die liefheeft, twijfelt, fouten maakt en op zoek is naar de waarheid maar er slechts naar grijpen kan.

M. Bloem, Vervlochten grenzen, 2009, De Arbeiderspers, 288 p., ISBN 978 90 295 7158 6, € 18,95.

Geef een reactie